Een gesprek met Alexander Beleschenko
Alexander Beleschenko (1951, gevestigd in Wales, UK) creëert architectonische glasinstallaties. Zijn werken zijn te zien in Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten, Japan en de Verenigde Arabische Emiraten.
Ja, ik beschouw mezelf als een glas-in-lood kunstenaar, hoewel ik in mijn 35-jarige carrière alleen maar een paar glas-in-lood ramen heb gemaakt. Ik heb die functiebeschrijving echter genomen vanwege het feit dat mijn introductie tot de kunst en ambacht van het medium in een opleiding was van de traditionele praktijk. Er zijn tijden geweest dat ik er aan dacht om andere definities te gebruiken, maar uiteindelijk waren ze allemaal veel te verwarrend, vooral voor leken.
De andere term gekoppeld aan wat ik doe is openbare kunst, en daar geef ik niet zoveel om. Het is een vreemde term, omdat ik het eindresultaat van mijn artistieke inspanningen niet zie als specifiek voor het publiek. Ik zie het voornamelijk als geïntegreerd in de architectuur. Ik wil dat mijn kunst transformerend en relevant is voor de architectonische context. Ik begon te werken in glas na het opdoen van ervaring in kunst in architectuur, toen ik voor twee jaar in Florence, Italië leefde. Ik kan me niet herinneren dat ooit iemand Michelangelo’s David in the Piazza della Signoria als publieke kunst heeft omschreven!
Kunst in architectuur vraagt om een bijzondere mentaliteit waarbij iemand ziet dat beperkingen de kracht van het werk zijn. Ik hou van de uitdagingen om die voorwaarden aan te scherpen; ik hou van het feit dat er een dialoog is die opdrachtgever, architect en misschien zelfs ingenieurs bezighoudt. Ik ben altijd dankbaar dat mensen iets aan het proces bijdragen en ik ben nog nooit in een situatie terechtgekomen waarin deze bijdragen voorschrijvend zijn geweest. Een ieder nam begripvol zijn hoed voor mij af omdat ik de kunstenaar ben en het uiteindelijk mijn werk is.
Mijn uitoefening is ook volledig ingebed en ontvankelijk voor het materiaal van glas. Om zo diep genesteld te raken in deze wereld van glaskunst, zoals ik ben geweest, moet je het geleefd en geademd hebben. Mijn uitoefening heeft veel succes met de benadering van direct contact met het materiaal. Elk moment van het contact wordt toegevoegd aan iemands register van gevoeligheid. Alle mislukkingen, avontuurlijk snijwerk, gebroken panelen, zijn allemaal in de eindresultaten terug te vinden. Zij zijn de onzichtbare worstelingen die de reis maken om iemands doel te bereiken, zoals het avontuur behoort te zijn. Glas is latent met kans. Er zijn momenten in mijn atelier dat het toevallig plaatsen van glas nieuwe combinaties laat zien die eerder niet bedacht zijn.
Ik heb mijn werk naar alle drie belangrijkste Duitse glasstudio’s in het buitenland gestuurd om het te laten vervaardigen. Op mijn eerste bezoek aan de studio’s zag ik ze helemaal bezig met het maken van gebrandschilderd glas voor kerkelijke situaties en meestal voor gevestigde glaskunstenaars zoals Schaffrath, de Schrieter en de Klos. Nu, met een groeiende vraag naar glas voor seculiere situaties en voor nieuwe interpretaties in het materiaal heeft er een paradigma verschuiving plaatsgevonden. De studio’s zijn nu gevuld met een breed scala aan kunstenaar, een groot deel van hen is niet bekend met de werking van het materiaal.
Met betrekking tot deze nieuwe trend was het voor mij interessant om in een onlangs verschenen artikel te lezen dat de Franz Mayer studio die ervaring heeft, een bereik (“outreach”, hun woord), om talent te spotten bij kunstenaars uit andere disciplines om werken in glas te maken. Ik vraag me af of dit te wijten is aan een gebrek aan vertrouwen bij uitoefenende en aankomende kunstenaars die toegewijd zijn aan de kunstvorm zelf. Er is een trend om glas-in-lood los te maken van de categorie toegepaste kunst, dat is waar ik denk dat het behoort. Ik zie het sterk als de dienstmaagd tot architectuur. Wanneer je in Europese kathedralen naar het wonderbaarlijke werk van ramen uit de twaalfde tot vijftiende eeuw kijkt, ben ik er vrij zeker van dat je niet de telefoon grijpt om met Google de naam van de kunstenaar op te zoeken.
Onlangs ben ik naar mijn roots teruggekeerd. Ik heb nieuwe opdrachten gemaakt en mijn toepassingsgebied van glaswerk verbreed vooral op het gebied van schilderen op glas. Terug in het milieu van mijn atelier voel ik me het gelukkigst en meest comfortabel omdat ik totale vrijheid geniet. Vrijheid met een geheel nieuwe reeks van uitdagingen.